De ideale bloedsuikerspiegel varieert afhankelijk van de individuele situatie en gezondheidstoestand van een persoon. Echter, in het algemeen worden de volgende waarden als gezond beschouwd:
-
Voor niet-diabetespatiënten wordt aangenomen dat een bloedsuikerspiegel tussen 70-99 mg/dL (milligram per deciliter) in het bloed als normaal wordt beschouwd.
-
Voor diabetespatiënten wordt aangenomen dat een bloedsuikerspiegel tussen 70-130 mg/dL voorafgaand aan een maaltijd en minder dan 180 mg/dL twee uur na een maaltijd als normaal wordt beschouwd.
Het is belangrijk om te onthouden dat deze waarden alleen richtlijnen zijn en dat de bloedsuikerspiegel van een persoon kan variëren afhankelijk van hun specifieke gezondheidstoestand en behandeling. Daarom is het aanbevolen om de bloedsuikerspiegel regelmatig te meten en deze informatie te delen met de behandelende arts.
Het is ook belangrijk om te weten dat een te hoge bloedsuikerspiegel, ook wel hyperglykemie genoemd, kan leiden tot complicaties zoals hart- en vaatziekten, nierschade en oogproblemen. Aan de andere kant, een te lage bloedsuikerspiegel, ook wel hypoglykemie genoemd, kan leiden tot duizeligheid, verwarring en zelfs bewusteloosheid. Daarom is het belangrijk om de bloedsuikerspiegel in de gaten te houden en zo nodig aanpassingen te maken in de behandeling.