Over het algemeen warmt vochtige lucht langzamer op dan droge lucht. Dit komt door het fysische eigenschap van waterdamp om warmte vast te houden. Wanneer luchtvochtigheid hoog is, bevat de lucht al een bepaalde hoeveelheid waterdamp, waardoor er minder ruimte overblijft voor het opnemen van extra warmte.
Bij droge lucht kan warmte gemakkelijker worden geabsorbeerd, omdat er minder waterdampmoleculen aanwezig zijn die warmte vasthouden. Hierdoor kan de temperatuur van droge lucht sneller stijgen wanneer het wordt blootgesteld aan een warmtebron.
Het is belangrijk op te merken dat hoewel droge lucht sneller kan opwarmen, het ook sneller afkoelt. Dit komt doordat het gebrek aan waterdamp in de lucht leidt tot een verminderd vermogen om warmte vast te houden. In vochtige lucht daarentegen kan de aanwezige waterdamp warmte vasthouden en deze geleidelijk afgeven, waardoor de temperatuurveranderingen minder abrupt zijn.
De specifieke invloed van luchtvochtigheid op warmteoverdracht kan echter variëren afhankelijk van andere factoren, zoals de temperatuur, luchtcirculatie en oppervlakken waarmee de lucht in contact komt.